Er is meer tussen hemel en aarde – kerstverhaal
Het is koud buiten. Dat merk ik aan m’n koude neus die boven het dekbed uit steekt. De rest van m’n lichaam er nog heerlijk warm onder. Moet ik opstaan? Of kan ik nog…..jaaaa, het is schoolvakantie. Dat betekent dat de wekker niet om 6.42 uur af gaat. De wekker die ik bewust op werk- en schooldagen op 6.42 uur heb staan, want 6.40 uur is zo vroeg.
Omdat ik moet plassen, ga ik er even uit. M’n voeten op het koude laminaat. Na het toilet kijk ik even naar buiten. Helaas geen sneeuw dit jaar. Maar groen uitgeslagen tuintegels door de regen. Niet mijn favoriete seizoen, ik ben echt een koukleum. De Kerst echter maakt een hoop goed. Gauw weer m’n bed in, omdat het kan. En terwijl ik m’n ogen sluit, voel ik mezelf wegglijden, weer op weg naar dromenland.
Sterren van ijs op de autoruiten. Brrrrr…. Koude handen die zelfs met twee paar handschoenen niet warm te krijgen zijn. En ook al doen storm en regen me niets met autorijden, ik ben niet zo’n held met rijden op gladde wegen. Bang om ergens tegenaan te rijden of liever gezegd, te glijden.
Ik wil net de sleutel in het slot steken als mij in mijn ooghoek iemand opvalt. Of iets? Een heldere verschijning. Ik draai m’n hoofd voorzichtig naar rechts. Ik knipper met m’n ogen; en nog eens. Zie ik het goed? Een vrouwenfiguur. Lang blond haar, grote heldere blauwe ogen. Ogen die uiterst vriendelijk maar dwars door je heen kijken. Een lichtblauwe jurk. Een jurk! Met deze kou. En dan zie ik het…grote witte vleugels die aan beide zijden van het lichaam wijd uit steken. Een engel? …Een engel! Maar hoe… En dan herken ik haar. Het is de engel die m’n zus schilderde voor de rouwkaart van m’n moeder, alweer bijna een jaar geleden. Het is de engel die mijn moeder zei te hebben gezien. Maar, hoe kan het dan dat zij hier naast me staat. Een gevoel van magie komt in me op. Ik moet denken aan het lied van Harrie Jekkers, dat iedereen een beschermengel heeft. Maar hij zag hem nooit, hoe snel hij zich ook omdraaide. En ik nu wel? Ik voel de aanwezigheid van de engel in elke haarvaatje van m’n lichaam. Ze is stil, maar zegt genoeg zonder woorden. Haar aanwezigheid voelt als een warme deken om me heen, als een innige omhelsing. Zo een die ik met niemand anders dan m’n zoon kan hebben, waarbij de liefde door m’n aderen stroomt.
Wat moet ik met deze situatie aan? Wat maakt ze mij duidelijk? Ze zegt het niet met die woorden, maar ik weet het. “Ik bescherm je als jij die gladde wegen op gaat. En niet alleen dan. Ik ben bij je.” Zouden de drie wijzen dat ook zo hebben gevoeld toen er een engel verscheen? Dat zij hen zou beschermen op weg naar het kindje Jezus. Wat moeten Maria en Jozef het koud hebben gehad, op weg naar een plek om te bevallen. Alle herbergen die vol zaten. En dan in een stal belanden. De adem van de os en de ezel moet hen warmte gegeven hebben en natuurlijk het bezoek dat na de geboorte voorbij kwam. Warmte van vriendelijkheid om je heen.
Zo voelt het ook met Kerst en zo zou het alle dagen in het jaar moeten voelen. Samen zijn, familie en vrienden om je heen. Goed zijn voor anderen, je beschermd voelen.
Er is meer tussen hemel en aarde, daar ben ik van overtuigd. Mensen die je zijn ontvallen, maken nog steeds deel uit van je leven. Men zegt wel eens “toeval bestaat niet” en daar ben ik het wel mee eens. Hoe vaak denken mijn zoon en ik niet hetzelfde, hoe vaak denk ik even heel kort ergens aan en dan gebeurt het vervolgens, hoe vaak denk je aan iemand terwijl er op dat moment een bericht van die persoon binnen komt, hoe vaak voel ik iets aan, hoeveel onverklaarbare gebeurtenissen zijn er niet. Er is meer tussen hemel en aarde.
Ik stap in, laat de motor warm draaien waardoor de waas op de ruiten langzaamaan verdwijnt. Ik doe mijn gordel om, zet de versnelling in de achteruit om de oprit af te rijden. En terwijl ik de straat uitrijd, kijk ik in mijn achteruitkijkspiegel en zie de engel steeds kleiner worden. Ze verdwijnt en toch is ze bij me. Hè, lekker, de auto begint een aangename temperatuur te krijgen. Plots een koude hand in mijn nek……….
“Mama, wakker worden!” Het is Tweede Kerstdag. Een dag met een lunch met mijn broers, zussen, nichten en neef en hun partners en een avond met vrienden. Een mooie dag in het vooruitzicht. Ook met weet ik hoeveel engelen om ons heen. Voel jij ze? In the midst of change we often discover wings we never knew we had them. Vol vertrouwen stap ik uit bed, stap voor stap op het pad van Tweede Kerstdag, stap voor stap vervolgens naar het nieuwe jaar, stap voor stap op paden die ik nu nog niet ken. Stap voor stap met engelen om me heen. We are each of us angels with only one wing, and we can only fly by embracing one another. Een fijne Tweede Kerstdag allen tesaam.